apologisch

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  apologisch    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• apo·lo·gisch

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van apologie met het achtervoegsel -isch

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	apologisch	apologischer
verbogen	apologische	apologischere
partitief	apologisch	apologischers	-

Bijvoeglijk naamwoord

apologisch

1. van de aard van een apoloog of apologie

Gangbaarheid

• Het woord apologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.