Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • apo·lo·ge·tiek
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord apologetiek apologetieken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de apologetiekv

  1. (religie) verdediging of bewijsvoering van een religie met behulp van argumenten; wetenschappelijke verdediging van het Christendom tegen niet-Christenen
  2. (religie) boek waarin het Christendom wordt verdedigd
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen