• an·tro·po·ge·ne·ti·ca
enkelvoud meervoud
naamwoord antropogenetica -
verkleinwoord - -

de antropogeneticav

  1. (wetenschap) (biologie) leer van het ontstaan en de afstamming van de mens, van de ontwikkeling van de mensenrassen en van de erfelijkheid van ziekten en afwijkingen bij de mens