antoniuskruis
- an·to·ni·us·kruis
- samenstelling van Antonius en kruis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antoniuskruis | antoniuskruisen antoniuskruizen |
verkleinwoord | antoniuskruisje | antoniuskruisjes |
het antoniuskruis o
- een kruis met een T-vorm
- Hij had een antoniuskruis om zijn nek hangen.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord antoniuskruis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.