antiballistisch
- an·ti·bal·lis·tisch
- afgeleid van ballistisch met het voorvoegsel anti-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | antiballistisch | antiballistischer | |
verbogen | antiballistische | antiballistischere | |
partitief | antiballistisch | antiballistischers | - |
antiballistisch
- gericht tegen projectielen
- in de koude oorlog kwam de ontwikkeling tot stand van antiballistische raketten
- Het woord antiballistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.