antenne-inrichting
- Geluid: antenne-inrichting (hulp, bestand)
- IPA: / ɑnˈtɛnəˌʔɪnrɪxtɪŋ / (6 lettergrepen)
- an·ten·ne-in·rich·ting
- samenstelling van antenne zn en inrichting zn , gespeld met een koppelteken volgens spellingregel 7.A
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antenne-inrichting | antenne-inrichtingen |
verkleinwoord | - | - |
de antenne-inrichting v
- installatie om communicatiesignalen voor radio en tv uit de ether op te vangen en via bekabeling naar afspeelaparatuur te verspreiden
- De coöperatie had tot voor kort het beheer van de antenne-inrichting, maar met de ingebruikname van de cai is dat overbodig geworden. [1]
- Het woord antenne-inrichting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "Antenne-coöperatie krijgt bredere doelstelling" in: Rotterdamsch Nieuwsblad / Waterweg/ Schiedamsche Courant (7 mei 1985); p. 1 kol. 2; geraadpleegd 2019-06-23