anekdotiek
- Geluid: anekdotiek (hulp, bestand)
- IPA: / ˌanɛkdoˈtik / (4 lettergrepen)
- anek·do·tiek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anekdotiek | |
verkleinwoord |
de anekdotiek v
- (het vertellen van) een toevallige bijzonderheid
- ▸ De anekdotiek van het verhaal vind ik verre van het vermelden waard, het plot is niet de reden waarom ik graag schrijf.[2]
- ▸ Dat ook de Senaat een vrouwelijke voorzitter houdt en de federale regering paritair is samengesteld, is volgens Tillieux geen anekdotiek. Het wijst op een mentaliteitswijziging, luidde het.[3]
- Het woord anekdotiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Griet Op de Beeck: ‘Dit boek is een ode aan de kracht van een mens’” (16/09/2019), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron emv“Eliane Tillieux (PS) verkozen tot Kamervoorzitter, Dewael (Open VLD) wordt gewoon lid” (13/10/2020), De Standaard