anderhalvemeteren
- an·der·hal·ve·me·te·ren
anderhalvemeteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
anderhalvemeteren |
anderhalvemeterde |
geanderhalvemeterd |
zwak -d | volledig |
- je leven zo inrichten dat je 1,5 meter afstand houdt van je medemensen om zo een besmetting met een bacterie of virus te voorkomen
- Het woord anderhalvemeteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.