amourette
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- amou·ret·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | amourette | amourettes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- korte liefdesrelatie
- Ik kende Barbara al van de Sneekweek een jaar eerder. Daar hadden wij een eerste amourette: hand in hand wandelen door een laantje, meer niet hoor. [2]
- Gut o gut, nu RTL-verslaggever Frits Wester (52) weer, die zijn gezinnetje ziet ontploffen omdat zijn wettige echtgenote z’n amourette met een 30-jarige Friezin niet langer pikt. [3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord amourette staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "amourette" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Boogaard, A. van denOpnieuw (7 november 2015) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-05-29
- ↑ Kerkhof, M. & G. van EsMini-opinie. Stelling: Laat een macho-BN’er van 50+ ook eens rollebollen met een vrouw van boven de 70. (23 augustus 2014) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-05-29
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
amourette v