Nederlands

 
Amoeresdoorn in bloei
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • amoer·es·doorn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord amoeresdoorn amoeresdoorns
verkleinwoord amoeresdoorntje amoeresdoorntjes

Zelfstandig naamwoord

de amoeresdoornm

  1. (bloemplanten) Acer ginnala   een loofboom uit de zeepboomfamilie (Sapindaceae  ). De botanische naam van de soort werd gepubliceerd door Karl Johann Maximowicz in 1857. De amoeresdoorn is nauw verwant aan de Tataarse esdoorn (Acer tataricus) en wordt door sommige auteurs als een ondersoort van dit taxon beschouwd
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie