• ami·trip·ty·li·ne
enkelvoud meervoud
naamwoord amitriptyline
verkleinwoord

de amitriptylinev / m

  1. (farmacologie) geneesmiddel dat gebruikt wordt bij depressieve patiënten
     Haar broer Axel vindt rechts-populisme iets voor proleten, waar mensen met stijl hun vingers niet aan vuil moeten maken. Jojo ziet de AfD als een manifestatie van mannelijke depressie, te behandelen met amitriptyline. En bij Sus-Y stemt net als Dora bijna iedereen groen, zoals uit een interne enquête naar voren was gekomen.[1]
     Nu komt uit Canadees onderzoek naar voren dat gebruikers van bepaalde antidepressiva gemiddeld meer risico lopen op zwangerschapssuiker. Het gaat vooral om de middelen venlafaxine (27 procent meer risico) en amitriptyline (52 procent meer), die ook in Nederland worden gebruikt.[2]
  1. “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026356186
  2.   Weblink bron
    Edwin van der Aa
    “‘Verband tussen gebruik antidepressiva en zwangerschapssuiker’” (02-10-2019,), Tubantia