• am·bi·tie·ni·veau
enkelvoud meervoud
naamwoord ambitieniveau ambitieniveaus
verkleinwoord

het ambitieniveauo

  1. het streven naar verbetering van iemands positie in de samenleving
    • Zijn ambitieniveau was erg hoog. Hij neemt met minder dan de positie van CEO van een multinational geen genoegen. 
     In de moderne wetenschap ligt het ambitieniveau hoog en is de competitie voor schaarse middelen enorm.[1]
  1. Kolfschooten, Frank van
    “Ontspoorde wetenschap” (2012), De Kring, ISBN 9789491567087