ambassadegebouw

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ambassadegebouw    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• am·bas·sa·de·ge·bouw

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  ambassade zn  en  gebouw zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ambassadegebouw	ambassadegebouwen
verkleinwoord	ambassadegebouwtje	ambassadegebouwtjes

Zelfstandig naamwoord

het ambassadegebouw o

1. (diplomatie) gebouw waarin de vertegenwoordiging van een buitenlandse mogendheid is gevestigd

   ▸ "Saudi-Arabië is verantwoordelijk voor de schade aan het ambassadegebouw en voor de mensen die gewond zijn geraakt", zegt een woordvoerder van het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken.

   ▸ Iraniërs hebben de Saudische ambassade in Teheran bestormd. Ze deden dat als vergelding voor het executeren, in Saudi-Arabië, van de prominente sjiitische geestelijke Nimr al-Nimr. Er werden brandbommen gegooid en betogers drongen het ambassadegebouw binnen, waar ze het interieur kort en klein sloegen.

Synoniemen

• ambassade

Gangbaarheid

• Het woord ambassadegebouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.