alwetendheid
- al·we·tend·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alwetendheid | - |
verkleinwoord | - | - |
de alwetendheid v
- (filosofie) het alwetend zijn
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord alwetendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“Bekentenissen van een koningin” (1968), Saga, ISBN 9788726484847
- ↑ Victoria Holt“De schaduw van gisteren” (2021), Saga, ISBN 9788726484830