alternerende
- al·ter·ne·ren·de
vervoeging van: | alterneren |
alternerende
- verbogen vorm van alternerend, het onvoltooid deelwoord van alterneren
- al·ter·ne·ren·de
- Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Deense werkwoord alternere met het voorvoegsel alter-
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
g enkelvoud | alternerende | ||
o enkelvoud | alternerende | |||
meervoud | alternerende | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
alternerende |
alternerende
alternerende
- onvoltooid deelwoord van alternere
- alternerende in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk