1. Edelweiss is een bekend voorbeeld van een alpenbloem.
  • al·pen·bloem
enkelvoud meervoud
naamwoord alpenbloem alpenbloemen
verkleinwoord - -

de alpenbloemv

  1. benaming voor de bloeiende planten die vooral groeien in het hooggebergte tussen Italië en de rest van Europa
     In het bij de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde ondergebrachte Archief-Beets bevindt zich onder de rubriek ‘buitenlandse reizen’ een portefeuille met het opschrift ‘Zwitserland, 1861-1863’. Naast een met veel zorg gedroogde alpenbloem bevat het een toeristische folder van Giessbach am Brenzersee, een kaart van het Hotel des merciers à Fribourg waar de table d'hôte uitstekend verzorgd schijnt te zijn geweest, en een klein zwart boekje getiteld: ‘Zwitserland, 1861-1863’.[1]
  1.   Weblink bron
    Christiane Berkvens-Stevelinck
    Beets' Bloemverkoopster te Heidelberg in: Nieuw Letterkundig Magazijn., jrg. 1 nr. 2 (december 1983), Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Leiden, p. 19