al·lo·tria

enkelvoud meervoud
naamwoord - allotria
verkleinwoord - -

de allotriamv

  1. dingen die in vergelijking met andere kwesties van weinig belang zijn
    • Wie in Amerika een zondagskrant koopt denkt even dat er twintig kranten aan elkaar geklit zitten, met die honderden pagina's, dat is nooit te lezen. Men moet selecteren. Ieder zijn eigen pagina, de eigen rubriek. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar allotria. Het vervelende is echter dat die door de gehele krant verspreid staan. Allotria houden zich zelden aan rubricering. Ze zijn ook niet allemaal even interessant maar meestal 'best aardig'. [2]
7 % van de Nederlanders;
14 % van de Vlamingen.[3]