alligators
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: alligators (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- al·li·ga·tors
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alligators | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de alligators mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord alligator
- meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een onderfamilie Alligatorinae van krokodilachtigen die behoren tot de familie alligators en kaaimannen (Alligatoridae )
Hyperoniemen
- [2] alligators en kaaimannen, krokodilachtigen, diapsiden, reptielen, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] alligator
Afgeleide begrippen
Afgeleide begrippen
- alligatorhagedissen, alligatorjufferduif, alligatorleer, alligatorpeer, alligatorschildpad, alligatorsnoek
Gangbaarheid
- Het woord alligators staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.