Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·ler·be·lab·berdst
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen allerbelabberdst
verbogen allerbelabberdste

Bijvoeglijk naamwoord

allerbelabberdst

  1. verschrikkelijk slecht
    • De toestand van het pand is allerbelabberdst. 
    • Hij heeft een allerbelabberdst handschrift. 

Gangbaarheid