alleenverdiener
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- al·leen·ver·die·ner
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van alleen en verdiener
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alleenverdiener | alleenverdieners |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de alleenverdiener m
- (economie) iemand die als enige in een huishouden een inkomen verwerft
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord alleenverdiener staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.