alcoholvrijmibo
- al·co·hol·vrij·mi·bo
- samenstelling van alcohol zn en vrijmibo zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alcoholvrijmibo | alcoholvrijmibo's |
verkleinwoord |
de alcoholvrijmibo m
- vrijdagmiddagborrel met alcoholvrije drankjes; vrijdagmiddagborrel zonder alcoholische drankjes
- vrij heeft hier een dubbelfunctie immers duidt 'alcoholvrij zijn' aan EN is deel van vrijmibo
- Het woord 'alcoholvrijmibo' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.