alcoholiseren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  alcoholiseren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• al·co·ho·li·se·ren

Woordherkomst en -opbouw

• Van het Franse alcoholiser, van het Latijnse 'alcoholisare' met het achtervoegsel -iseren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
alcoholiseren	alcoholiseerde	gealcoholiseerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

alcoholiseren

1. overgankelijk met alcohol vermengen of behandelen

   • [Dit bedrijf] offreert een keuze uit zo ongeveer alles, wat gebrouwen, gedestilleerd, gegist en anderszins gealcoholiseerd kan worden. 

Vertalingen

    1. met alcohol vermengen of behandelen   

Duits: alkoholisieren (de) Frans: alcooliser (fr)

Spaans: alcoholizar (es)

Gangbaarheid

• Het woord 'alcoholiseren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.