• al·co·ho·lie·ker
  • uit het Duits
enkelvoud meervoud
naamwoord alcoholieker alcoholiekers
verkleinwoord

de alcoholiekerm

  1. (medisch) iemand die aan alcohol verslaafd is
     Het filmpje, dat een bescheiden hit werd op het internet, was geënsceneerd. De artiest lanceert komende herfst een nieuw album en wou dat op een ludieke manier promoten. Eén ding staat vast: de 28-jarige Stromae, die tot voor kort een relatie had met ex-Miss België Tatiana Silva, kan zich heel goed inleven in de rol van een alcoholieker.[1]
‘Een staminee heeft maar een paar goeie alcoholiekers nodig om te draaien’#: ‘Een staminee heeft maar een paar goeie alcoholiekers nodig om te draaien.’[2]
  1.   Weblink bron
    vwh
    “‘Stomdronken’ Stromae stunt in Brussel” (26/05/2013), De Standaard
  2.   Weblink bron “Ongehoord” (31/07/2021), De Standaard