albasten
- al·bas·ten
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | albasten |
albasten
- van albast vervaardigd
- Hij kocht haar een albasten kruikje.
- ▸ Toen brak ze een albasten kruikje open en goot kostbare olie over zijn voeten uit.[1]
1. van albast vervaardigd
- Het woord albasten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "albasten" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “Het evangelie volgens Judas” (2007), SAGA, ISBN 9788726487985
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be