• alarm·kreet
enkelvoud meervoud
naamwoord alarmkreet alarmkreten
verkleinwoord alarmkreetje alarmkreetjes

de alarmkreetm

  1. kreet ter waarschuwing van naderend gevaar
     'Hallo, mama,' zegt Dora, en de vogel laat zijn alarmkreet horen.[2]


100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]