• Ontwikkeld uit het Latijnse aqua (water).
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  aiwe     l'aiwe     aiwes     les aiwes  

aiwe v

  1. water
  2. waterloop
  3. bron, stilstaand water
  4. regen
  • [1]
    • Avni a ses aiwes.
      • Zijn doel bereiken.
    • Esse tot èn ene aiwe.
      • Doorweekt zijn (van het zweet).
    • Tchaire a l'aiwe.
      • In het water vallen; kapot gaan.
  • [2]
    • li Grande Aiwe
      • de Oceaan
  • [3] C'est todi l'aiwe ki doime ki neye.
    • Men moet stille waters wantrouwen. (ook gezegd van mensen)