enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  -     -     aiwes     les aiwes  

aiwes

  1. overstroming
    «Gn a des plaeces dilé Han k' ont yeu les aiwes deus ans en erote.»
    Er zijn plaatsen nabij Han die twee jaar op rij een overstroming gehad hebben.
  2. (eufemisme) urine
  • [1]
    • les grossès aiwes
      • een overstroming
  • [2]
    • låtchî les aiwes
      • naar het toilet gaan
    • rodjès aiwes
      • hematurie