agglutineren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ag·glu·ti·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘samenkleven’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Van het Latijnse 'agglutinare' met het achtervoegsel -eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
agglutineren |
agglutineerde |
geagglutineerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
agglutineren
- ergatief (medisch), (taalkunde) aan elkaar kleven, samenkleven
- Bij venapunctie agglutineerde het bloed direct in de buis.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord agglutineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.