agentennetwerk
- agen·ten·net·werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agentennetwerk | agentennetwerken |
verkleinwoord | agentennetwerkje | agentennetwerkjes |
het agentennetwerk o
- groep samenwerkende (geheim)agenten
- ▸ Zakelijk gezien was het precies hetzelfde als wat tien jaar geleden in Zweden plaatsvond toen een kleine linkse groep een soort contraspionage opbouwde die zich richtte tegen de militaire inlichtingendienst, wat geëindigd was in een publicitaire catastrofe en een volledig platgelegd agentennetwerk.[1]
- netwerk van verkopers van producten van een (verzekerings)bedrijf
- ▸ “MB Ageas Life streeft ernaar om de grootste bankverzekeringsonderneming van Vietnam te worden”, klinkt het in het persbericht. Er zal een agentennetwerk opgericht worden en de joint venture kan ook rekenen op het kantorennetwerk van Military Bank (217 filialen, meer dan 2 miljoen klanten).[2]
- Het woord 'agentennetwerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Weblink bron Wle“Ageas zet in op Vietnam” (10/08/2015), De Standaard