agadisch

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  agadisch    (hulp, bestand)
• IPA: /a'ɡa:dis/
• Sofeer: ağadisch

Woordafbreking

• aga·disch

Woordherkomst en -opbouw

• Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm)
• afgeleid van agada met het achtervoegsel -isch

	stellend
onverbogen	agadisch
verbogen	agadische

Bijvoeglijk naamwoord

agadisch

1. (Jiddisch-Hebreeuws) horend tot of volgens de agada

Gangbaarheid

• Het woord 'agadisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.