afzuigen
- af·zui·gen
- samenstelling van af bw en zuigen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afzuigen /ˈɑfsœyɣə(n)/ |
zoog af /zox ˈɑf/ |
afgezogen /ˈɑfxəˌzoɣə(n)/ |
klasse 2 | volledig |
afzuigen
- overgankelijk door toepassing van zuiging of ventilatie een meestal gasvormige stof verwijderen
- De hinderlijke dampen werden afgezogen.
- overgankelijk (seksualiteit) een man oraal bevredigen
- ▸ Wist u bijvoorbeeld dat in Griekenland de prostituees hun eigen specialiteit hadden naargelang de streek waar ze werkzaam waren? Die van Lesbos waren meesters van de cunnilingus en de Fenicische wisten dan weer hoe ze zo obsceen mogelijk hun mond moesten versieren en hoe de fallus te bestrijken met honing om zo subtieler te kunnen afzuigen.[1]
- Het woord afzuigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afzuigen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron Thomas Blondeau“Champagne”, jrg. 32 nr. 1 (februari 2005), Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam, p. 17 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be