• af·val·pro·duc·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord afvalproductie
verkleinwoord

de afvalproductiev

  1. de hoeveelheid afvalstoffen die men veroorzaakt
     Daarmee neemt de afvalproductie sneller toe dan de wereldbevolking. Die groeit de komende decennia met ongeveer 30 procent, becijferde de Verenigde Naties al eerder.[1]
     Als we ons best doen, kunnen we onze afvalproductie met bijna 90 procent verminderen. Dat blijkt uit een proef waarbij 100 gezinnen zo min mogelijk afval probeerden te produceren. Het lukte ze de gemiddelde jaarlijkse afvalproductie terug te brengen van 200 tot slechts 22 kilo.[2]


  1.   Weblink bron “Wereldwijde afvalberg dreigt met 70 procent te groeien” (Donderdag 20 september 2018, 20:20), NOS
  2.   Weblink bron “NOS op 3” (Vrijdag 5 juni 2015, 07:23), NOS