aftonbön
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- af·ton·bön
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 40619 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | aftonbön | aftonbönen | aftonböner | aftonbönerna |
genitief | aftonböns | aftonbönens | aftonböners | aftonbönernas |
Zelfstandig naamwoord
aftonbön, g
- (religie): avondgebed (alleen of met familie)
- (religie): een kleinere aard van kerkdienst met avondgebed (in een groep)
Antoniemen
- [1-2]: morgonbön
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie. (in het Zweeds)