afstuwen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·stu·wen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en stuwen ww
Werkwoord
afstuwen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afstuwen |
stuwde af |
afgestuwd |
zwak -d | volledig |
- zware voorwerpen door duwen voortbewegen
Synoniemen
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afstuwen" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be