afscheidsinterview
- af·scheids·in·ter·view
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afscheidsinterview | afscheidsinterviews |
verkleinwoord | afscheidsinterviewtje | afscheidsinterviewtjes |
het afscheidsinterview o
- een vraaggesprek gehouden met iemand die afscheid (van een functie) neemt
- ▸ Den Haag is niet langer alleen van de Nederlanders maar ook van mensen met een andere etnische achtergrond. "Daar moeten Nederlanders eindelijk maar eens aan wennen. Het gaat om mensen die hier gewoon geboren zijn", zegt vertrekkend PvdA-wethouder Rabin Baldewsingh in een afscheidsinterview met Omroep West.[1]
- ▸ In een afscheidsinterview met een Hongaars weekblad vergeleek de Nederlandse ambassadeur Gajus Scheltema de retoriek van de Hongaarse regering met die van moslimterroristen. Volgens Scheltema creëren ze vijanden volgens hetzelfde principe.[2]
- Het woord afscheidsinterview staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Wethouder Baldewsingh: 'Den Haag is niet alleen van Nederlanders'” (Donderdag 22 februari 2018, 18:49), NOS
- ↑ Weblink bron “Boze Hongaren halen ambassadeur terug uit Nederland” (Vrijdag 25 augustus 2017, 12:11), NOS