afregenen
- af·re·ge·nen
- samenstelling van af bw en regenen ww
afregenen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afregenen |
regende af |
afgeregend |
zwak -d | volledig |
- door regenen ergens vanaf gaan
- tot het einde toe regenen
- Het woord afregenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afregenen" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be