Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·per·sings·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afpersingszaak afpersingszaken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de afpersingszaakv / m

  1. rechtszaak betreffende een bedreiging waarbij het slachtoffer geld of goederen moet afstaan aan de dreiger
    • Voor de afpersingszaak van Amanda Todd is C. niet in Nederland vervolgd, omdat Canada hem zelf wil berechten. De Hoge Raad heeft voor de uitlevering groen licht gegeven, maar volgens advocaat Malewicz heeft de minister het besluit nog niet bekrachtigd.[1] 
    • Otto is de hoofdverdachte in een grote witwas- en afpersingszaak. Hij zou enkele zakenpartners voor onder meer veel geld, auto’s en een speedboot hebben afgeperst.[2] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 01 dec. 2017 Aydin C. wil stilte doorbreken in beroepszaak
  2. de Telegraaf 29 aug. 2017 'Klaas Otto ontkwam aan moord'