afpassing
- af·pas·sing
- naamwoord van handeling van afpassen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afpassing | afpassingen |
verkleinwoord |
de afpassing v
- afmeting van een benodigde hoeveelheid
- Het woord 'afpassing' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afpassing" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be