afmeten
- af·me·ten
- samenstelling van af bw en meten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afmeten |
mat af |
afgemeten |
klasse 5 | volledig |
afmeten
- overgankelijk door meting een bepaalde hoeveelheid van een voorraad afzonderen
- Ik heb daarvan 100 milligram afgemeten en in water opgelost.
- overgankelijk ~ aan als maatstaf voor iets gebruiken
- Dit valt af te meten aan de hoogte van de golfslag die erdoor veroorzaakt wordt.
- Het woord afmeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afmeten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be