afluisterparanoia

  • af·luis·ter·pa·ra·noia
enkelvoud meervoud
naamwoord afluisterparanoia
verkleinwoord

de afluisterparanoiav

  1. de overdreven angst om afgeluisterd te worden
     Het gooien met eieren bij speciale gelegenheden, dat wil zeggen molestatie of vernieling, hoe dan ook geen misdrijven die tot meer dan boetes konden leiden. Er was geen zinnige reden voor deze afluisterparanoia.[1]


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535