• af·los·boe·te
enkelvoud meervoud
naamwoord aflosboete aflosboetes
verkleinwoord

de aflosboetev / m

  1. een boete die betaald moet worden bij (vervroegd) aflossen
  2. (figuurlijk) het bedrag dat huiseigenaren duurder uit zijn als ze geen belastingvrijstelling (hypotheekrenteaftrek) hebben