afleveraar
- Geluid: afleveraar (hulp, bestand)
- af·le·ve·raar
Naamwoord van handeling van afleveren met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afleveraar | afleveraars |
verkleinwoord |
de afleveraar m
- iemand die prodcten levert aan de eindgebruiker
- De apotheker is de afleveraar van de medicijnen die door de arts aan de patiënt zijn voorgeschreven.
- Het woord afleveraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.