• af·klik·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen afklikbaar afklikbaarder afklikbaarst
verbogen afklikbare afklikbaardere afklikbaarste
partitief afklikbaars afklikbaarders -

afklikbaar

  1. los te maken met een klik
    • Ruim een jaar geleden koos ik die schaats omdat ik afklikbare schaatsen zocht om grote afstanden per schaats af te leggen: Leiden-Leeuwarden bijvoorbeeld. Na het bijslijpen van de punt - meer een kanomodel - heb ik nog nooit op comfortabeler schaatsen gereden. Warme voeten en binnen een paar seconden afklikbaar als dat nodig is. Door het klapmechanisme schaats ik veel efficiënter.[1] 
  1. Kor van Hulten NRC 1 februari 1997