afhaalcentrum
- af·haal·cen·trum
- samenstelling van afhalen zn en centrum zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afhaalcentrum | afhaalcentra afhaalcentrums |
verkleinwoord |
het afhaalcentrum o
- plaats waar klanten hun bestelde goederen zelf kunnen ophalen
- ▸ Hornbach begint direct met de voorbereiding van de bouw, zegt een woordvoerder. Wanneer de bouwmarkt open gaat, kan hij nog niet zeggen. „Binnen twee maanden denken we meer te weten over planning, we willen snel van start.” Er komt een bouwmarkt met tuincentrum en afhaalcentrum van in totaal 17.000 vierkante meter, waar ze 120.000 producten verkopen.[1]
- ▸ Dankzij een groeifinanciering van tientallen miljoenen euro’s kan het in Hengelo gevestigde De Buren Afhaalcentrum uitbreiden naar landelijke dekking. Dankzij die financiële injectie en een intensieve voorbereiding is het De Buren mogelijk binnen enkele jaren 3000 onbemande pakketkluiswanden verspreid over heel Nederland te plaatsen.[2]
- Het woord afhaalcentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Kelly Adams“Groen licht: bouwmarkt Hornbach komt naar Enschede” (29-01-2020), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Hengeloos afhaalcentrum De Buren krijgt met 3000 afhaalpunten landelijke dekking” (08-04-2021), Tubantia