afglijding
- Geluid: afglijding (hulp, bestand)
- af·glij·ding
- Naamwoord van handeling van afglijden met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afglijding | afglijdingen |
verkleinwoord |
de afglijding v
- (figuurlijk) het langzaam bewegen naar een slechter of lager niveau
- ▸ Wilhelmina vindt dat het tijd is voor 'morele herbewapening'. Ze wilde het "moreel der crisisslachtoffers" herstellen en hoop bieden aan jongeren. Anders zou "de wanhoop zich van hen meester kunnen maken met gevaar van afglijding naar extremistische richting".[2]
- Het woord afglijding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Lambert Teuwissen“Wilhelmina moedigde 'lieve neef' Leopold aan” (Donderdag 8 januari 2015, 23:06), NOS