afgezeten
- af·ge·ze·ten
- vervoeging van afzitten: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling i-e (IPAː /ɪ/ - /e/) (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van af bw en gezeten ww
vervoeging van: | afzitten… |
verbogen vorm: | afgezetene |
afgezeten
- voltooid deelwoord van afzitten
- Het woord afgezeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afgezeten" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be