Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ge·tobd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: aftobben…
verbogen vorm: afgetobde

afgetobd

  1. voltooid deelwoord van aftobben

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be