afdelingsdirecteur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·de·lings·di·rec·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afdelingsdirecteur afdelingsdirecteurs
afdelingsdirecteuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de afdelingsdirecteurm

  1. iemand die de baas is van een afdeling van een bedrijf of organisatie
     Dat was een emotionele bijeenkomst, vertelt afdelingsdirecteur van de school Hans Abels. "U kunt zich voorstellen dat als je als ouder 's ochtends om 04.30 uur een bericht krijgt met 'er is iets met je kind' en je moet vervolgens tot 20.30 uur wachten voordat je je kind weer in de armen kunt sluiten, dat er dan zeker wat tranen komen."[1]
     De vader die gistermiddag in Tilburg op het Koning Willem II College een afdelingsdirecteur van het vmbo enkele klappen in zijn gezicht gaf, deed dat omdat zijn dochter eerder die dag door de man was aangesproken op 'grof taalgebruik'.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Scholieren busongeluk terug in Nederland, weerzien 'emotioneel'” (01-06-2017), NOS
  2.   Weblink bron
    MARIËT OOSTERWIJK
    “Agressieve ouders: 'Kom je aan mijn kind, dan kom je aan mij'” (14 sep. 2016), De Telegraaf