Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·bran·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afbranding afbrandingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

afbranding v [1]

  1. (figuurlijk) keer dat iemand zeer veel afbrekende kritiek krijgt
     Eva Jinek reageert op afbranding door Johan Derksen. Eva Jinek is geschrokken van opmerkingen door Johan Derksen die beweerde dat zei VI van de buis wilde.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Eva Jinek reageert op afbranding door Johan Derksen” (20 mei 2022), -