afbouwprogramma

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afbouwprogramma    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·bouw·pro·gram·ma

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  afbouwen ww  en  programma zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	afbouwprogramma	afbouwprogramma's
verkleinwoord	afbouwprogrammaatje	afbouwprogrammaatjes

Zelfstandig naamwoord

het afbouwprogramma o

1. serie handelingen die gericht is op het stoppen of het verminderen van iets
2. het voltooien van een bouwproces

Gangbaarheid

• Het woord 'afbouwprogramma' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.